De villa’s in de 60er jaren zijn heel kenmerkend en zeer fraai van stijl en opzet.
Ze kenmerken zich door een mooie, vloeiende plattegrond en een heel transparante omhulling. Veel glas, mooie details, ook in baksteen en metselpatroon, meestal voorzien van rollagen met uitgekrabde voeg om een duidelijke markering in de muur te maken. Bijzonder, soms ruig, materiaalgebruik, doorlopende en uitstekende vlakken. Vaak wordt een geïntegreerde vlaggenmast gebruikt om het geheel wat ‘op te tillen’. Ook de fabriek van Levie in Leeuwarden (bj 1965) is in feite een heel grote bungalow.
Zijn architectuur is verwant aan het functionalisme, maar heel humaan van opzet en rijk / romantisch in materiaalgebruik. Het is een tijd waarin ook architecten als Gerrit Rietveld, Herman Haan etc een vergelijkbare stijl hebben. Rietveld is extremer, minder ambachtelijk en minder bewoonbaar. Haan is ook uitgesprokener, transparanter en meer functioneel. Bulder had als uitgangspunt altijd de bewoner en was deels traditioneel in uitvoering, maar heel modern in ontwerp. Hij zocht naar een mix van het heden en het verleden, niet door het verleden zelf, maar omdat daar soms hele mooie, karaktervolle materialen werden gebruikt. Hij gebruikte vaak een afwijkend formaat baksteen, de Enzelenzer Tichel, iets dunner dan normaal, wat een fraaier effect gaf. Daarnaast gebruikte hij voor bepaalde details vaak een heel grote, ruige baksteen, de kloostermop. Kleur werd met mate gebruikt en alleen om een bepaald detail aan te zetten. Vaak gebeurde dit met bijzondere tegeltjes of panelen. Details werden ook gecreëerd middels schaduwranden door een vlak net iets terug te leggen.